Afgelopen vrijdag was ik samen met beeldend kunstenaar Francisca
Vonck en haar dochter Amber op basisschool WSV in de Watergraafsmeer, Amsterdam.
We werken daar in het kader van het
project ‘Modemix’ van de Stichting Kunsteducatie ‘De Rode Loper op School’.
Voor
dat project fotografeer ik de creaties die de kinderen maken aan het einde van
de tweede les.
(Zie
ook Bericht 6.) Maar vrijdag was het de eerste les en daar was ik ook bij omdat
het leuk is te zien wat er gebeurt en om de sfeer op de school en in de klas te
proeven.
Twee
klassen van dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar. Ja, dertig kinderen en één
leerkracht!
Slimme
kinderen, stille kinderen, druktemakers, uitslovers en meer types zitten er in
zo’n groep.
Als
juf of meester zal je daar elke dag maar mee te maken hebben: orde houden, afspraken maken, om stilte en
concentratie vragen, kinderen corrigeren en stimuleren en dan ook nog zorgen
dat het leerproces van elke leerling goed verloopt. Bijsturen als dat nodig is en dit alles
natuurlijk ook bespreken met ouders en het team. Heel wat als je daar voor
staat, bedacht ik me, toen ik het allemaal zag.
‘Zo
zou eigenlijk elke les moeten zijn,’ zei de juf van de tweede groep tegen mij
nadat we een uur bezig waren geweest. ‘Dit kunnen ze allemaal en ze hebben
allemaal twinkelende ogen. Ook leerlingen die niet sterk in leren zijn, of
onzeker zijn over zichzelf, kunnen dit.’
‘Dat
begrijp ik,’ antwoorde ik. Maar hoe doe je dat? Of beter gezegd: hoe zou het
moeten?
Er
zijn veel onderwijsrichtingen zoals Dalton, Montessori, Jenaplan,
Freinetscholen. Maar wat als je een kind bent dat er niet inpast? Of als je
daar als leerkracht niet inpast?
We
kwamen er niet uit, maar ik begreep dat ze zich dat afvroeg.
Toen
ik wegging en mijn jas in de docentenkamer ophaalde, was daar een leerkracht
die hartige taartjes versierde met waterkers. Hij bleek met kleuters te werken
en aangezien die vrijdagmiddag niet op school waren, leerde hij in die uren
kinderen koken en bakken. En samen opeten natuurlijk.
‘Ik
wil graag dat het goede mensen worden,’ zei hij. ‘En daarom is dit heel erg
nodig. Net zo nodig als wat jullie in de klassen doen.’
Kijk,
daar gaat het natuurlijk om in het onderwijs: dat het goed mensen worden!